Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Zedekia, de koning van Juda, zal van de hand der [3]Chaldeen niet ontkomen; maar hij zal [4]zekerlijk gegeven worden in de hand des konings van Babel, en [5]zijn mond zal tot deszelfs mond spreken, en zijn ogen zullen deszelfs ogen zien; 3. Babyloniers. 4. Hebreeuws, gegeven wordende gegeven worden. 5. Dat is, zij zullen mond voor mond [gelijk men zegt] of mondeling met elkander spreken; vergelijk onder hfdst.34 vs.3,4, en zie de vervulling hfdst.39 vs.5, enz. en hfdst.52 vs.9.